Trajecti Voces zong in maart 2012 muziek voor de Lijdenstijd uit Portugal en Brazilië. Centraal stond het tienstemmige Stabat Mater van Domenico Scarlatti.
Scarlatti was een Napolitaan die zijn opleiding in Rome kreeg maar lange tijd in Lissabon werkte. Een Markies de Fontes zou Scarlatti ertoe hebben weten over te halen om in 1720 van Londen naar Lissabon te reizen waar hij vrijwel direct een aanstelling kreeg als hofcomponist van de Portugese koning João V (1689-1750). Belangrijker was echter dat hij ook privéleraar werd van João's kinderen, met name van diens toen negenjarige dochter Maria Barbara (1711-1758), die talent voor het clavecimbelspel aan de dag had gelegd en voor wie hij zijn klaviersonates heeft geschreven. Acht jaar lang, tot 1728, verbleef Scarlatti aan het Portugese hof, waar hij religieuze en wereldlijke muziek schreef, waarvan helaas het grootste deel bij de zware aardbeving van 1755 verloren is gegaan. Van Scarlatti klonk behalve het Stabat Mater ook een Miserere.
Scarlatti was zo populair in Portugal omdat hij de laatste nieuwe snufjes meebracht uit het moderne Italië. Portugal was in die tijd de rand van de beschaafde wereld, het 'wilde westen' van Europa. Alle vernieuwingen in het hart van Europa, Italië, kwamen er vertraagd door. De Portugese componisten uit die tijd, Duarte Lôbo, Manuel Cardoso en Estêvão de Brito, om een paar vooraanstaande te noemen, schreven nog in de 17e eeuw muziek die zo uit de koker van Palestrina kon komen. Van hen klinken schitterende lamentaties en motetten.
Wel was er in Portugal dankzij de koloniën veel geld. Vooral Brazilië was een bron van rijkdom. In 1808 vluchtte de Portugese koninklijke familie voor de Fransen naar Brazilië. José Maurício Nunes Garcia, tijdgenoot van Mozart en - heel bijzonder in die tijd - een mulat (halfbloed), werd hofcomponist van João VI in Rio de Janeiro. Hij schreef er prachtige polyfonie, waarin Palestrina, Mozart en de muziek van de mulatten elkaar de hand schudden. Van hem klonken een aantal motetten.
De concerten vonden plaats op vrijdag 30 maart 2012, in de Oude Kerk te Soest en op zaterdag 31 maart 2012 in de Willibrordkerk in Utrecht